
De stoom van het warme water kolkt om me heen en de sterren boven mij fonkelen. Dat ze fonkelen komt natuurlijk door de atmosfeer. In het echt geven ze immers een constant licht af. In het echt bestaan ze misschien al niet meer. Maar voor nu fonkelen ze, speciaal voor mij.
Ik adem uit en adem in, drijf op mijn rug mee met de stroming, stel me voor dat ik niet in een buitenzwembad zweef, maar in het universum. Aan de horizon dansen Jupiter en Venus. Het zachte water glijdt door mijn vingers.* Op dit moment weet ik niets zeker, behalve dit.
–
Gisteren droomde ik dat ik hier ein-de-lijk een stukje geschreven had en dat het perfect was. Precies goed. Opeens wist ik wat ik moest schrijven; het was zo klaar als een klontje en de opluchting was groot. Toen ik wakker werd was de teleurstelling bijna tastbaar.
Dus nu zit ik hier, op zondagmiddag. Veeg ik die teleurstelling weg.
Waarom is het moeilijk om hier iets te schrijven? Ik denk dat het komt omdat ik in een ~transitie fase~ zit, wat dat dan ook mag betekenen (niets gendergerelateerds, overigens), en er dus een heleboel gebeurt in mijn hoofd en in mijn leven, maar het stof nog niet is neergedaald. Schrijven over iets waar je middenin zit voelt kwetsbaar, zeker als je weet dat anderen het lezen. Ik kan vandaag immers iets opschrijven, wat morgen misschien niet meer waar is.
(Is dat niet altijd zo, kun je je afvragen).
Misschien is dat waar ik ook mee worstel. Een zoektocht naar “wat is waar”, of wat IS? Als je patronen aan het veranderen bent, dan voelt het soms alsof je zweeft. Wat komt er voor al dat bekende in de plaats? In sommige gevallen is zweven fijn, maar in velen eigenlijk zeer oncomfortabel en strontvervelend (ja, sorry voor de taal, maar het is gewoon zo). Ik heb me laten vertellen dat dit de lastigste fase is op weg naar verandering. Daar hou ik me dan maar aan vast (ha-ha).
Dus als je je wel eens afvraagt: waar blijft ze? Ik drijf! Ik probeer het oncomfortabele gevoel te omarmen. Te zweven tussen die fonkelende sterren. Niet te zoeken, maar te zijn en doen (en in de tussentijd lach ik nog wel eens, hoor.)
Oh, en grote kans dat ik op dat moment met mijn neus in een boek zit, terwijl op de achtergrond Joni Mitchell speelt.
Liefs!
*Wist je trouwens dat je vloeistof eigenlijk niet kunt voelen, maar dat je in plaats daarvan de temperatuur van de vloeistof voelt?
Leave a Reply